In Huijbergen is de ene wielergekke Jan Maas de andere niet

Vader Jan Maas bouwt in Huijbergen de mooiste crossparkoersen. Zoon Jan Maas pakt liever een kaarsrechte asfaltweg.

Een keer heeft zoon Jan Maas zich laten verleiden om een veldrit te rijden. In Huijbergen, op het parkoers van zijn vader Jan Maas. ,,Omdat ik een weddenschap verloren had met mijn vrienden”, verduidelijkt junior. ,,Op de start na ging het niet eens zo slecht. Maar ik blijf het niks vinden.”

Pa hoort het glimlachend aan als de twee de Nootjesberg omhoog lopen. ,,Ik ben blij dat hij wegrenner is geworden. ‘De weg’ heeft veel meer uitstraling. Crossen blijft een kleine sport.”

Al meer dan twintig jaar is Maas senior echter met hart en ziel verbonden aan de veldrit in Huijbergen. Hij is de man die het alom geroemde parkoers over de Nootjesberg en het Tiestenduin uitzet en bouwt. Begin januari wordt op de zware bos- en duinomloop na 2003, 2006, 2009 en 2012 voor de vijfde keer in de historie het NK gereden.

In het bos

,,Als kind zaten wij altijd in het bos. Cowboyke en Indiaantje spelen. Hutten bouwen. Voor ons was het een sprookjesbos”, klinkt het een tikkeltje weemoedig.

Oude Jan kent elk paadje, elk hellinkje, elk kuiltje in het glooiende bos ten noorden van Huijbergen. ,,Ik heb een tijdje gekoerst en ging hier altijd graag trainen. Vanaf het begin vond ik dat hier een cross gereden moest worden. En die is er dus gekomen.”

Jonge Jan kende een andere jeugd. Maar ook voor hem is het bos er een met leuke herinneringen. ,,Hier rolden we naar beneden”, zegt hij als het duo is aangekomen bij het Tiestenduin, hét beeldmerk van de veldrit van Huijbergen.

Vorig jaar stuurde vader Jan de renners hier drie keer naar beneden, ,,Dat was te veel van het goede”, geeft hij nu toe. En dus bedacht hij een andere route door het rulle zand. ,,Maar omhoog rijden blijft hier onmogelijk. Ook voor Mathieu van der Poel”, verzekert Jonge Jan als pa als een dirigent het NK-parkoers tekent in de lucht.
Het is de zoveelste wijziging in de omloop. ,,Je kunt hier alle kanten op”, zegt parkoersbouwer Maas met ingehouden trots.
Die keer dat de eigenaar van een stukje van het bos aangaf dat hij geld wilde zien om over zijn perceel te crossen, was Maas de laatste die in paniek raakte. ,,Ik had allang weer een alternatief in mijn hoofd.”

En zo gaat dat ieder jaar. ,,Niet omdat ik dan ontevreden ben met wat we hebben bedacht. Maar er ligt hier zoveel moois, dat het zonde is om steeds dezelfde paden en hellingen te pakken.”

Zoon Jan Maas kan het allemaal minder bekoren. ,,Ik vind het bos maar saai.” Als wegrenner en klimgeit heeft hij liever een geasfalteerde Nootjesberg. Of nog liever een echt hoge col. ,,Op de Brabantse wal kun je prima blokjes trainen, maar meer ook niet.”

Niet voor niets verhuist jonge Jan per 1 januari naar de Luxemburgse formatie Leopard. ,,Ik kon blijven bij SEG, maar om de laatste stap naar de profs te zetten moet ik etappekoersen rijden waarin veel geklommen wordt. Bij Leopard kan dat.” Dit seizoen liep Maas al stage bij Lotto-Jumbo. Hij hikt tegen een profcontract aan. ,,Vier uur trainen op de weg vind ik minder saai, dan een uur in het bos rijden”, zegt hij als pa een volgend uitdagend bospad aanwijst. Geef hem maar een kaarsrecht jaagpad langs een kanaal. ,,Voor mij vliegt de tijd voorbij op de weg.”

Oude Jan is inmiddels aangekomen bij een nieuwe helling op de Nootjesberg. ,,Op het NK zullen we zien of hier iemand naar boven kan rijden.”

Jonge Jan hoort het bedenkelijk kijkend aan. ,,Nou, hier fiets je niet even omhoog hoor.” Zelfs te voet is het lastig bovenkomen. ,,Het is nog een tweetraps helling ook”, glundert de parkoersbouwer. Eenmaal boven volgt er nog klimmetje. Of het niet te zwaar wordt allemaal? ,,Het is maar een uur hè”, wil jonge Jan van geen medelijden weten.

Respect

Eén ding hebben Jan en Jan immers gemeen. Een diep respect voor de kwaliteiten van een veldrijder. ,,Die ene keer dat ik meedeed, raakte ik bij de start al hopeloos achterop. Dan merk je hoe explosief die gasten zijn”, vertelt Jonge Jan.

De oude Maas wandelt enthousiast verder. Terug naar de top van het Tiestenduin. ,,Hier staan altijd de meeste toeschouwers. Hier is het meest te zien.” Zou hij het niet zo kunnen maken dat Van der Poel er toch naar boven fietst? Jonge Jan schudt lachend het hoofd van niet. ,,Dat kan hier nooit.” Oude Jan Maas is de laatste om zijn zoon tegen te spreken. ,,We gaan ervoor zorgen dat dat niet gebeurt.”

Met een brede grijns kijken de beide Maasen naar beneden. ,,Ooit moeten we proberen hier een WK te rijden”, droomt pa. ,,Kom, we gaan naar huis”, brengt zoonlief hem weer terug op aarde. Wel op de Huijbergse aarde.