Kosten noch moeite werden gespaard om
Marijn Maas naar de winst in ‘zijn’ Ronde van Huijbergen te helpen. Een
aanmoedigingspremie van opa en oma, maar ook broer en profrenner Jan Maas stond
achter de dranghekken om Marijn naar de winst te schreeuwen. Het mocht niet
baten.
De koers brak laat open in Huijbergen. Het hoge tempo in het eerste deel van
het rondje was daar zeker debet aan. Streekrenner Wouter Hopmans probeerde
tevergeefs om weg te komen, met de actieve Tjalle de Bruin als belangrijkste
metgezel. Een lang leven was die vlucht niet beschoren.
Serieus werd het pas toen de nationale kampioen Jarno Gmelich Meijling, Tim
Christen en Maas halfkoers de ruimte zochten. De latere winnaar Joren Bloem
sloot als eerste aan, niet veel later gevolgd door Daniel Abraham, Niels Boele,
Guus van Schipstal en de pijlsnelle Tim Bierkens uit Stampersgat. Ook
Zevenbergenaar Kevin Reuvers was attent en zat mee. Etiënne van Empel, vorige
week de snelste in Woensdrecht, was op dat moment al met een gebroken zadel uit
de koers verdwenen.
Met de samenwerking voorin was niks mis en binnen de kortste keren liep de
voorsprong van de negen vluchters op naar een halve minuut. De dit seizoen naar
het pro continentale team A Bloc overgestapte Bloem zat op zijn gemak. ,,Het
ging supergoed samen.” Bloem had vertrouwen in een goede afloop. Hij legde
eerder dit seizoen al beslag op de vijfde plaats in de sterk bezette Ronde van
Drenthe. ,,Tussen de profs.”
Premie
Maas voelde zich in de kopgroep al even
lekker. Bij het vertrek was er bovendien al een aanmoedigingspremie van zijn
langs het parcours aanwezige opa en oma. ,,Dat is natuurlijk extra
leuk.” Ook zijn net uit de Trofeo Coppi e Bartali teruggekeerde oudere
broer Jan keek aandachtig toe in de finishstraat. Jan zag winstkansen voor zijn
broertje. ,,In sprintjes is-ie altijd sneller dan ik.”
Marijn zelf genoot van het rijden voor de eigen supporters. ,,Ik woon
tweehonderd meter van de finish.” Het meest in zijn gedachten was zijn vorig
jaar overleden opa Sjaak. ,,Hij woonde pal op de streep. Voor hem had ik graag
gewonnen.”
Bloem de snelste
Vooraf hadden velen hun kaarten op
Bierkens gezet, ook Maas. ,,Ik had me in zijn wiel gezet.” Het was echter
Joren Bloem die zich op de meet de rapste van het stel toonde, voor Bierkens en
Maas.
Bloem: ,,Na de laatste bocht ben ik van kop af gegaan. Ik wilde er een lange
sprint van maken en dan maar kijken wat er zou gebeuren.” Jan Maas was trots
op de koers van zijn broer. ,,Als tweedejaars belofte tussen deze mannen derde
worden is knap.” Dat vond Marijn Maas zelf ook. ,,Ik sta op het podium, opa
Sjaak zou trots op me zijn geweest.”
De nationale kampioen Gmelich Meijling kwam er in de eindsprint niet aan te
pas. Als troost was er voor hem de leidersprijs in het Brabantse Wal
Wielerevent. In de nazomer worden voor dat klassement ook nog de rondes van
Hoogerheide, Ossendrecht en Putte gereden.
Ben van den Aarssen